Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch Abram zeide tot den koning van Sodom: [45]Ik heb mijn hand opgeheven tot den HEERE, den allerhoogsten God, Die hemel en aarde bezit; 45. Dat is, Ik heb gezworen met opgeheven hand. Zie deze manier van zweren ook Ex.6:7; Num.14:30; Deut.32:40; Ezech.20:5,6; Openb.10:5,6.